Selecteer een pagina

 
 
Arnold van den Heuvel

 


 
“Het gaat niet om het doel, het gaat om de weg.”
 


 
 

Arnold aan het denken.

Vandaag ging ik op bezoek bij een zeer bescheiden man. Ik ging voor een gesprek over zijn leven en over zijn ervaringen met Tai Chi. De afgesproken locatie is de stof-en-naaiwinkel van hem en zijn vrouw. Hij neemt rustig een uurtje van zijn tijd voor mij; midden in de winkel zitten wij aan tafel en ons gesprek begint. Arnold doet mij gelijk aan “de Indische Oceaan in windstilte” denken. Drijvend op water, meegaand met de zachte golven van de wereld om hem heen. Hij is een bijzondere man, met een bijzonder verhaal. Hij heeft mij over twee brede periodes in zijn leven verteld. De eerste; zijn jonge jaren tot een leeftijd van rond de dertig. De tweede; zijn martial arts ervaringen. Van de eerste leer je hem een beetje kennen. Van de tweede leer je hoe Tai Chi in zijn leven is gekomen en hoe het een deel van hem is geworden.

Arnold zijn eerste verhaal begint direct met de melding dat hij een moeilijke jeugd heeft gehad. Al vanaf zijn 10e dacht hij diep na over de wereld. Wat hij om zich heen zag en hoe hij dat heeft ervaren, heeft hem onrustig gemaakt. Op zijn 15de deed hij de deur van zijn ouderlijke huis dicht en liep de wijde wereld in. Eerst naar Duitsland, dan naar Utrecht. Binnen twee jaar had hij een zwervend levensstijl voor zichzelf ontworpen; één die tot vroeg in de jaren 80 stand zou houden. Hij woonde meestal in landen rond de Middellandse Zee; soms in het gezelschap van een kleine groep, maar meestal alleen. Het alleen zijn bleek hem de vrijheid te geven om: te komen en gaan, te doen wat hij op dat moment behoefte aan had, en op zijn eigen manier de wereld te mogen ervaren.

Net vòòr zijn “zwerftijd”, begon hij zich al in filosofie te verdiepen. De ervaringen van de Beatles in India met de guru Yogamanda heeft een invloed op Arnold gehad. Hij wou in zijn eigen zelf leren kijken, zichzelf ervaren; om rust en harmonie te vinden. Hij leerde verschillende vormen van mediteren… van mantras tot Zen. Zijn zwervend bestaan was vooral een tijd van zelf-ontdekking. Carlos Castaneda’s woorden heeft hij al lang verinnerlijkt en zijn boeken staan nog altijd binnen zijn mentaal bereik.

Op een dag was Arnold terug om langdurig in Nederland te gaan wonen. Hippie zal hij altijd blijven; geeft hij aan. Dat zie je ook aan hem terug. Hij loopt vaak op blote voeten en zijn haar blijft maar groeien; niet zo zeer uit principe, maar gewoon omdat het de aard van haar is om “te groeien”. En, het begrip “groeien” staat hoog bij Arnold. Toen ik hem voor een citaat vroeg, moest hij gaan nadenken. De foto hierboven maakte ik op dat moment. Hij neemt echt rustig zijn tijd voor nadenken; niet iedereen heeft die bijzondere eigenschap. Het woord “groeien” werd benoemd, maar het werd uiteindelijk een ander woord voor zijn citaat. Het woord “zelf-kennis” staat ook hoog bij Arnold. Hij heeft dat benoemd toen ik hem vroeg “Welk woord belichaamt je persoonlijke beleving van Tai Chi?”

Dat brengt mij naar de tweede verhaal van Arnold; het verhaal over Tai Chi. Een precies jaar getal krijg je niet van Arnold; ongeveer is bij hem goed genoeg. Ik geef hem gelijk. Tijd is een rekbaar begrip. Dus, rond 1990 begon Arnold martial arts te leren. Hij heeft een jaar of 10 taijitsu les gehad. Hij beschrijft dat als een combinatie van jujitsu en full-contact karate. Ik vroeg hem wat taijitsu hem heeft opgeleverd. Zijn antwoordt was dat hij zijn “binnen kijken” verder heeft kunnen ontwikkelen en dat hij meer controle over zijn lichaam heeft gekregen. Het nadeel van taijitsu was dat het hem vele blessures heeft bezorgd.

Dat was de aanleiding voor hem om naar Tai Chi over te stappen. Wat hij al kende van Tai Chi kwam door de sporadische informatie afkomstig van de taijitsu leraar. Arnold had geen voorstelling van wat Tai Chi allemaal was of kon zijn. Omdat hij toen in Warfum woonde, is hij daar in de buurt met Tai Chi begonnen. Hij heeft daar 1-2 jaar les gehad. Merkwaardig genoeg heeft hij dezelfde vorm geleerd die wij bij TCN leren. Het verschil was dat het maar als een dansje doorgegeven werd. Er was geen sprake van martial arts. Daarna heeft hij een jaar of 3-4 bij een andere man in Groningen les gehad. Alweer merkwaardig is dat deze man ook dezelfde vorm in de les gebruikte; en, dan ook als een dansje. Daar werd ook niet over martial arts gesproken.

De liefde heeft Arnold naar Winschoten gebracht; om bij zijn vrouw te mogen zijn. Winschoten heeft hem naar Nico Jager geleid; en naar een hele korte ervaring met “pumping iron”. Hij weet het niet zeker, maar, denkt dat hij bij Hans en Tai Chi via de sportschool is beland. Wij hebben de jaren even opgeteld om erachter to komen dat Arnold een jaar of 11 al bij Hans Tai Chi les volgt. Toen hij eerst begon had hij twee keer per week Tai Chi les in de dojo bij Nico Jager. Dat was alleen de handvorm. Les in de zwaardvorm is er later bijgekomen en daarna is de les met toepassingen begonnen. Ik vroeg Arnold wat voor hem, persoonlijk, het meest waardevol van elk onderdeel is. Met de vorm krijgt hij de gelegenheid om: binnen zichzelf te zijn, binnen zijn lichaam te zijn, en om zichzelf te ontdekken. Van de toepassingen krijgt hij juist de gelegenheid om wat buiten hem ligt te ervaren. Met het zwaard mag hij die twee dingen combineren. Dat komt omdat het moment dat je een zwaard optilt, je uit evenwicht bent en dat herstel van je evenwicht vraagt om een geheel te maken van wat binnen en van wat buiten is.

Ik wil nu even vertellen dat Arnold een bijzonder positie binnen TCN heeft. Hij is niet alleen maar leerling. Hij is ook onder begeleiding van Hans als een leraar assistent. Een aantal jaren geleden heeft Hans hem gevraagd om een beginnersles te begeleiden bij het leren van de vorm. Die les is nu voor beginners en gevorderen. Hans geeft de les, maar, Arnold staat altijd voor de klas en begeleidt de vorm. Als Hans niet aanwezig kan zijn, geeft Arnold de les zelf. Ik heb het proces van zijn lessen zien ontwikkelen. Ik heb het groeiproces van Arnold, daardoor, ook mogen ervaren. Dus, was ik verbaasd toen ik hoorde dat hij liever niet vòòr de klas staat. Hij doet het wel. Hij is er aan gewend. Maar, uit zichzelf, staat hij altijd liever achter de groep, waar geen aandacht op hem gelegd wordt. Ik vroeg hem op welke manier Hans hem voor dit taak heeft voorbereidt. Ik heb naar zijn antwoord geluisterd. Hans heeft hem niet geleerd hoe hij een les moet begeleiden. Hij heeft hem gecoached. Dat betekend veel vrijheid geven om een eigen weg te vinden, alleen ingrijpen wanneer het echt nodig is, maar wel openstaan voor vragen en gesprekken in tijden van twijfel. Volgens mij zijn beide partijen tevreden met deze vorm van samenwerking. Het past bij Arnold en het past bij Hans.

Mijn laatste vraag aan Arnold was voor een citaat van zichzelf; iets waar hij zich helemaal in kan vinden. Dat was een mooi moment van nadenken. Hij wist het al, maar zocht de woorden die zijn innerlijke belevingen weerspiegelde. Het werd:

“Het gaat niet om het doel, het gaat om de weg.”

Karen