Selecteer een pagina

 
 
Sietske Jonker

 


 
“Ik doe het niet verkeerd, ik doe het anders.”
 


 
 

Sietske in haar tuin.

Als ik bij Sietske op bezoek ga, heb ik altijd het gevoel dat ik ergens op het zandpad daar naar toe, de bewoonde buitenwereld achter mij laat. Op het moment dat ik uit de auto stap, ben ik al in de wereld van Siets. Die wereld doet mij aan Engeland denken; op het bescheiden erfgoed van een “cottage” welk, met de rijkdom van de natuur daar omheen, heerlijk is versierd. Ik adem de stilte diep in terwijl een ontspannen Sietske op plattelandslaarzen rustig haar tijd neemt om naast mij te komen staan. Wij delen samen even de stilte. De liefde die zij voor haar wereld voelt is zo tastbaar als de lichte bries die langs ons heen glijdt.

Ik heb Sietske vooraf gevraagd om een tijd en een plaats voor dit interview te kiezen. Het is een vroege middag geworden en wij nemen plaats aan een massief houten tafel in de achtertuin. Ik heb zicht op het veld en de bossen van de overkant. Siets gaat even naar binnen om het thee gedoe bij mekaar te rapen om het dan naar buiten te brengen. Ondertussen, neem ik mijn tijd om door de tuin lopen; al de bewerkte hoekjes en hokjes bekijken en bewonderen. De kip in het “kippen-paradijs” laat zich vandaag niet zien. De wolken laten weten dat de regen straks komt. Het is duidelijk dat onze tijd buiten van korte duur zou kunnen zijn. Misschien daardoor hebben de dieren hun schuilplaatsen al opgezocht. Tot de druppels vallen, blijven wij aan tafel genieten van het buiten zijn.

Sietske is een uitgesproken buiten-mens. Weer of geen weer zorgt zij voor de “twee ganzen, twee hanen, twee hennen en de kip” buiten. Regenjas, laarzen, zuidwester zijn voor regen gemaakt; dus, heeft ze weinig terughoudendheid om door de modder en de plenzen te lopen. De poes is een buitendier die in de winter met het gezin overwintert. De hond is een binnen hond, of beter gezegd gewoon een deel van het gezin. De hond heeft zelfs een eigen dagverblijf en ren voor de afwisseling tussen wandelen en uithangen met de bazen. De wilde dieren om Sietske heen maken ook deel uit van haar eigen wereld; reetjes, eekhoorns, vogels, vossen, muizen… noem maar op. Zij koestert ze allen (ook, al mag de vos van de kip afblijven).

Aan de thee in gesprek, tijdens het bijkletsen over alles en nog wat, komt op een natuurlijke wijze een vraag van mijn lijst op tafel. De vraag aan Sietske is om deze “plek” te beschrijven. Sietske denkt niet lang na. Zij begint al gelijk om haar heen te kijken en de woorden “rust, vrijheid, ruimte, thuis, geborgenheid” worden één voor één rustig uitgesproken. Zij vertelt mij dat de rust in de wind te horen is en in de geuren te ruiken is. Rust komt in vele vormen door je zintuigen naar je toe. Wij hebben hier een tijdje over gesproken. Wat blijkt is dat haar begrip van deze “plek” in feite haar huis, haar grote tuin, haar dieren, haar man, haar uitzicht is. Zij ervaart het als één geheel. Zij splitst de dingen niet in delen op, noch maakt zij een onderscheid tussen het binnen en het buiten in dit geval. Het is een eenheid voor haar.

Daarna vraag ik haar of de woorden van haar beschrijving, ook hààr beschrijven. Dat vind ze een moeilijke vraag. Zij moet even naar binnen kijken om te zien wat wel en wat niet van haar is. Wat blijkt is dat de eigenschappen van haar “plek”, uiteindelijk, eigenschappen van haarzelf zijn; eigenschappen die moeilijk stand houden als zij zich buiten haar “plek” bevindt. Zij is erg op haar vrijheid gesteld en heeft ervaren dat in de buitenwereld veel op een mens gelegd kan worden; beperkingen en eisen binnen haar vakgebied als fysiotherapeut, maar ook binnen bepaalde sociale situaties. In de wereld buiten zijn de eigenschappen van haar “plek” juist degenen die zij het meest nodig heeft. En die mag ze in haarzelf, op dat moment, zien te vinden.

Ik wil, natuurlijk ook weten of deze beschrijvingen van haarzelf en haar “plek” ook binnen haar belevingen van Tai Chi herkenbaar zijn. Ik wordt getrakteerd op een verhaal over hoe zij met Tai Chi is begonnen. Jaren geleden is Sietske, op aandringen van een vriendin, naar een Open Dag van Tai Chi Nederland (Tai Chi Winschoten) gegaan. Zij had vooraf grote twijfels of zij het geduld had om al de langzame bewegingen van Tai Chi te kunnen leren. Zij keek naar een demonstratie van Hans Lauxen en Antoon Kunst en dacht dat het haar wel zou kunnen lukken. Tijdens haar eerste les had ze het al moeilijk. Geduld bleek niet zo zeer het probleem te zijn. Het was de “Spiegel van Tai Chi” die een deel van haarzelf liet zien; één waar zij geen weet van had en dat heeft zij als een probleem beleefd. Door de langzame bewegingen kwam zij haar eigen onrust tegen; zij merkte dat zij geen gevoel van stilte kon vinden. Ze vond het zo vervelend dat ze besloot om met Tai Chi door te gaan en haar rust in de zaal te ontwikkelen. Een tijdje later, kwam ze haarzelf weer tegen. Sietske heeft een aantal lichamelijke oneffenheden die haar bewegingsvrijheid behoorlijk aan het beroven waren. Tai Chi werd nu een spiegel voor haar lichamelijke beperkingen. Ze wist dan dat het tijd was om actief de touwtjes in de handen te nemen. Een combinatie van fysio-oefeningen, wandelen en Tai Chi heeft haar sterker en weerbaarder gemaakt; sterk genoeg om ook buiten haar “plek”, haar eigen krachten van rust, stilte en vrijheid te kunnen gebruiken. Nog één woord is van toepassing van haar beleving van Tai Chi en dat is geborgenheid. De groepen van Tai Chi Nederland vindt Sietske bijzonder leuk. Zij geniet van de verscheidenheid van de groep en het gevoel van geborgenheid die wij met ons allen creëren.

Tai Chi kan je zien als een mentale toepassing op het leven. Sietske komt lachend met vele kreten die wij regelmatig in de les te horen krijgen. Het verschil tussen “moet en mag” is in haar leven terug te vinden. Zij heeft die les verinnerlijkt en gebruikt die wijsheid in haar dagelijkse leven. Door aandacht te vestigen op één punt van haar lijf, heeft zij geleerd haar perspectief te veranderen; welk een gevoel van rust en vrijheid haar geeft. Ook dat heeft een positief effect op haar leven buiten de zaal. Zij kan haar hoofd leeg maken.

Sietske gaat regelmatig naar de woensdag- en de zondag-les. De woensdag-les is een vorm-les. Op zondagen worden de grondbeginselen van Tai Chi op de gevechtshandelingen toegepast. Daarbij mag je aan partnerwerk denken; applicaties van de vorm, pushing hands, oefeningen die de mens mentaal en fysiek uitdagen om bij zich zelf te blijven en de buitenwereld niet buiten te sluiten. Daarna is er een zwaard-les op de zondag; welk, ontstaat uit het leren van de vorm en ontdekken van de toepassingen van het zwaard. De grondbeginselen van de les daarvoor worden tijdens de zwaard-les meegenomen. Ik bespreek alle drie lessen met Siets. Wat mij opvalt is hoe haar gedaante en wezen veranderen als zij zich in haar beleving van de verschillende lessen verdiept. De woensdag-les brengt een helder en serieuze Sietske naar voren. Haar beschrijvingen doen mij gelijk aan haar “plek” gevoel, die zo belangrijk voor haar is, denken. De woensdag-les, is voor haar, een bewustwording van haar lijf; stil staan met haarzelf en die heerlijke rust die zij altijd zo graag bij haar wil houden. Ik kan haar rust ook voelen als ze over de “vorm lekker lopen” spreekt; over het vloeien van lichaam en geest samen. Haar “plek” eigenschappen zijn allemaal aanwezig; zelfs de geborgenheid van de groep binnen de les en bij de koffie/thee gesprekken in de kantine daarna.

Als het gesprek bij de zondag-les over het toepassingsgedeelte arriveert, brandt een licht in Sietske; één die de zon zelf niet kan evenaren. Puur vreugde neemt haar lijf en geest over als zij spreekt. Mooi om te mogen ervaren. Een antwoord op wat er nu juist zo leuk aan die les is, heeft ze weinig woorden voor. Het is een plezier, het geeft haar een “kick”. Zij vindt het geweldig dat met Tai Chi iemand met zo weinig kracht (een kleine 60 plusser zelfs) een kerel van 100 kilo weg kan krijgen. Dan zegt ze erg bescheiden dat zij misschien nog niet zo ver is, maar de gedachte alleen doet haar vreugd. Het woord “leuk” heb ik veel horen herhalen en haar glimlach blijft nog steeds bij me.

Het zwaard… nou… ze tobt een beetje bij dit onderwerp. Sietske heeft een aantal jaren niet mee gedaan aan de zwaard-les. Ze was ermee gestopt toen de lestijden aangepast werden. Stoppen was een gemakkelijk besluit voor haar toen omdat ze nooit erg op de zwaard en/of wapengebruik gesteld was. In de les van toen was zij meestal bezig om haar best te doen de vorm te leren en dat heeft haar eigenlijk tegen gewerkt om de vorm te leren. Mijn interesse gaat uit naar de verschillen tussen dat toen en het nu van haar belevingen. Siets ontspant gelijk en duikt haar belevingen binnen. Nu, is ze niet bewust bezig om de vorm te leren. Zij ervaart het zwaard en dat vindt ze best wel leuk. Zij ontdekt hoe dat zwaard tegen haar spreekt; hoe het haar lichaam begeleidt, hoe er soms disharmonie kan ontstaan, hoe zij dat lekkere gevoel terug kan halen door te luisteren. Het gaat allemaal op een natuurlijke wijze nu. Zij geniet van de bewegingen en de muziek (altijd wordt die muziek genoemd, ongeacht welke les, Sietske vind haar innerlijke harmonie van bewegen met muziek).

Ondertussen heeft het wel geregend; met een lichtheid maar ook met genoeg nattigheid waardoor Siets me naar het hondenhok en ren van de schuur heeft verplaatst, om me daarna weer terug naar die bijzondere houten tafel te brengen, zodra het weer droog werd. Wonderlijk hoe zij zich zo gemakkelijk aan de veranderende omstandigheden van haar “plek” aanpast. Zij is, inderdaad een ondeelbaar deel van dit geheel waar wij zitten. De tijd is verlopen en ik mag een laatste verzoek om Sietske’s woorden doen. Een citaat wil ik graag van haar. Het maakt mij niet uit of het met Tai Chi te maken heeft; zo lang als het iets is dat van haar diepste zelf komt. Zodra ze haar vrijheid hierin begrijpt, weet ze gelijk wat ze wil zeggen.

“Ik doe het niet verkeerd, ik doe het anders”.

Karen